Ga naar de inhoud

Houtstook

Als het kouder wordt, gaan de open haarden en houtkachels weer aan. Wanneer u thuis uw houtkachel of haard aansteekt, ontstaat er rook. Die bevat schadelijk stoffen, zoals fijnstof. Dit fijnstof veroorzaakt luchtvervuiling en kan schade aan uw gezondheid en die van anderen opleveren. Als stoker kunt u zelf maatregelen nemen om de mogelijke overlast voor uzelf en anderen te verkleinen. Als u last heeft van buren die stoken, ga dan altijd eerst in gesprek. Op deze pagina leest u wat u kunt doen om overlast te voorkomen en wat u kunt doen als u overlast ervaart.

8 manieren om minder rook- en geuroverlast te veroorzaken

Wanneer u in huis uw houtkachel, pelletkachel of open haard aansteekt, ontstaat er rook. Die rook bevat schadelijke stoffen, waaronder fijnstof. Deze schadelijke stoffen veroorzaken luchtvervuiling en kunnen schade aan de gezondheid van uwzelf en anderen in je omgeving opleveren. Ook wanneer u de rook niet meer ziet. Stook daarom liever niet of zo min mogelijk. Wilt u toch de houtkachel, pelletkachel of open haard aansteken? Met de tips hieronder kun je de uitstoot van schadelijke stoffen beperken: 

1. Raadpleeg eerst Stookwijzer.nu. Laat de houtkachel, pelletkachel of open haard uit bij windstil of mistig weer. Op zulke dagen blijft de rook hangen en heb je rondom het huis veel luchtvervuiling en rook- en geuroverlast. Kijk daarom altijd op de Stookwijzer voordat je gaat stoken en stook niet bij een stookalert

2. Stook alleen droog hout. Vochtig hout brandt niet goed en geeft extra rook en fijnstof. Zelf hout hakken? Droog het hout minstens 2 jaar. Het hout is droog als het gebarsten is of als de bast loslaat. Gebruik een vochtmeter om te meten of het hout een vochtigheidsgehalte tussen 15 en 20% heeft. En gebruik haardhout met het FSC- of PEFC-keurmerk. Dat garandeert dat het uit verantwoord beheerd bos komt. 

3. Stook geen geverfd of geïmpregneerd hout: bij verbranding komen zware metalen vrij. Het is daarom verboden om bewerkt hout te verbranden. Ook (spaan)plaat en laminaatvloeren horen níét in de houtkachel of open haard vanwege de lijm die erin zit. Stook ook geen papier en karton. Het geeft veel rook en vliegas en is daarom zelfs verboden als brandstof. 

4. Raadpleeg instructies: De manier van ontsteken van de kachel is van grote invloed op het beperken van (schadelijke) emissies in de opstartfase en kan per toestel verschillen. Volg daarom altijd de instructies bij de kachel of haard voor het vullen en aansteken van het vuur. Als instructies ontbreken, gebruik dan de Zwitserse methode om vuur aan te steken: plaats het hout kruislings op elkaar, van dikke blokken hout onderin naar dunne losse houtjes en aanmaakmateriaal bovenop. Maak het vuur van bovenaf aan en niet van onderop, zoals veel mensen doen. 

5. Laat de schoorsteen minstens één keer per jaar goed vegen. Dit is ook een stuk veiliger: u heeft dan minder kans op een schoorsteenbrand. 

6. Zorg voor volledige luchttoevoer. Het hout kan dan beter verbranden waardoor u minder schadelijke stoffen heeft zoals fijnstof en koolmonoxide. Laat het vuur niet 'smoren'; het hout verbrandt dan niet volledig waardoor er meer schadelijke stoffen ontstaan. Ga bij de vakexpert (of handleiding) na wat de specifieke werkwijze is voor uw haard of kachel. 

7. Houd ventilatieroosters tijdens het stoken open (of zet een raampje open). Vooral bij oudere kachels is het belangrijk dat het vuur lucht kan aantrekken, zodat de rook via de schoorsteen kan worden afgevoerd en er geen schadelijke stoffen blijven hangen. Bij nieuwe kachels wordt vaak automatisch de lucht van buiten aangevoerd. Wordt het binnen te warm met de houtkachel aan? Stook dan met minder hout. 

8. Controleer regelmatig of u goed stookt: een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is: zorg dan voor meer luchtaanvoer. 
Naast bovenstaande tips is het belangrijk dat uw kachel past bij de ruimte en op de goede manier is aangesloten op het rookkanaal en schoorsteen.

Zorg voor een kachel met de juiste grootte voor uw huis. 

Bij een te grote kachel wordt het al snel te warm tijdens het stoken. Ga je het vuur dan ‘smoren’, dan komen er meer schadelijke stoffen vrij. Op internet zijn verschillende sites te vinden met een rekentool of een grafiek waarmee je kunt berekenen welk formaat kachel past bij uw huis. Een specialist kan advies op maat geven voor jouw situatie. 

Stem het rookkanaal en schoorsteen af 

Laat het rookkanaal en de schoorsteen goed afstemmen op je haard of kachel door een erkende installateur. U voorkomt hiermee schoorsteenbrand. Door een te kort rookkanaal of een regenkap op het rookkanaal, kan de rook zich niet goed verspreiden. Hierdoor heeft u rondom uw huis luchtvervuiling en rook- en geuroverlast. 
Wilt u meer informatie over de gevolgen van hout stoken voor het milieu en de gezondheid van uzelf en je omgeving? Check dan de website van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal.
 

Wat te doen bij overlast door houtrook?

Zit u ’s zomers in de rook van de vuurkorf van de buren, of slaat 's winters de rook van een open haard even verderop bij u naar binnen? Probeer er altijd eerst samen uit te komen. Lukt dat niet, dan kunt u via Fixi een melding indienen.

Open haarden, houtkachels, terrashaarden en buitenvuren kunnen gezondheidsklachten en klachten over geur veroorzaken, zeker in dichtbebouwde gebieden. Vooral mensen met gevoelige luchtwegen (bijvoorbeeld longpatiënten en mensen met astma), ouderen en kinderen kunnen veel last hebben van rook en (onzichtbare) verbrandingsgassen. 1 op de 3 Nederlanders zegt overlast te ervaren van houtrook. Dit gaat vooral over geuroverlast, lichte irritaties van ogen en luchtwegen en het dicht moeten laten van ramen en ventilatieroosters. 

Een goed gesprek en simpele maatregelen om beter te stoken kan een stuk schelen in de overlast. Uit onderzoek blijkt dat twee derde van de houtstokers wel maatregelen wil nemen om overlast te beperken. Zij zijn bijvoorbeeld bereid om de barbecue te vervangen door een schonere, of de vuurkorf, open haard of houtkachel minder vaak aan te doen. Als een gesprek onvoldoende oplevert, kunt u een overlastmelding indienen via Fixi.

Stappenplan

In dit stappenplan leest u wat u kunt doen bij overlast: 

  1. Waar komt de rook vandaan?
    Stel eerst vast waar de rook vandaan komt. Misschien zijn er meerdere buren die hout stoken. Staat het huis dichtbij of verderop? 
  2. Zijn er meer buren die last hebben van de rook? Dan kunt u samen stappen ondernemen. 
  3. Overleg met de houtstokers.
    Misschien zijn uw houtstokende buren zich van geen kwaad bewust. Leg rustig uit waarom je last hebt van hun rook. En vertel dat er manieren zijn waarop zij de overlast kunnen beperken. Check de website milieucentraal.nl/houtkachel voor nuttige tips. 
  4. Houd een (foto)dagboekje bij.
    Lukt het niet om samen een oplossing te vinden? Noteer dan 2 of 3 weken lang elke dag wanneer u precies last hebt van de rook. Op welke plek in huis? En welk effect heeft de rook op jou? Ook kunt u foto- of video-opnames maken van de rook en het rookkanaal. Dit helpt om erachter te komen wat precies de oorzaak is en dit maakt het makkelijker om afspraken te maken met de stoker. 

Dingen die u kunt opschrijven: 

  • de datum en stooktijd 
  • wat voor weer het is (zwaar bewolkt of juist zonnig, veel of weinig wind, enzovoort) 
  • windrichting 
  • overlast (ja of nee) 
  • soort overlast (rookoverlast, geur, iets anders) 
  • waar in huis (of buiten) u de overlast hebt 

Check ook de Stookwijzer: die laat op basis van uw postcode zien hoe de wind en de luchtkwaliteit in jouw buurt op dit moment is. Plaatselijk kan de luchtvervuiling bij windstil weer hoog oplopen. Bij windstil of mistig weer kan het vuur beter uitblijven. Je kunt ook checken of er een stookalert geldt. Als de weersomstandigheden in uw provincie ongunstig zijn of als er veel fijnstof in de lucht is, geeft het RIVM een stookalert af. Bij weinig wind blijft houtrook hangen. Houtrook zorg voor meer fijnstof in de lucht, waardoor de luchtkwaliteit nog slechter wordt.

5. Praat nog eens met je houtstokende buren. Misschien snappen ze je probleem nu wel en willen ze rekening met je houden. Zo niet, vraag dan of de gemeente wil helpen met een gesprek. Bijvoorbeeld via buurtbemiddeling. 

6. Komen jullie er samen, of met wat hulp niet uit? Dan kunt u een overlastmelding indienen via Fixi. Uw dagboek komt daarbij goed van pas.

Houd er echter rekening mee, dat dit niet altijd een snelle oplossing van het probleem betekent. De gemeente zal vragen om bewijzen en houdt rekening met allebei de belangen, van u en de houtstokende buren. 
Als u niet tevreden bent over de reactie van de gemeente, stap dan naar een Juridisch Loket of de Rechtswinkel voor advies en informatie.
 

Houtkachel en veiligheid

Open houtkachels en haarden gebruiken lucht uit de kamer waar ze staan. Ook als er glas of een deurtje voor de vlammen zit. Ze hebben geen aparte aanvoerpijp voor lucht. Als er niet genoeg verse lucht de kamer in komt (bijvoorbeeld omdat het raam of ventilatierooster dicht is), ontstaat er onderdruk. Verbrandingsgassen gaan dan niet via de schoorsteen naar buiten, maar komen de kamer in. In die verbrandingsgassen zitten schadelijke stoffen. Een houtkachel gebruikt zo’n 250 m3 lucht per uur. Daarom is het écht nodig om een raam of ventilatierooster open te zetten! 

Gesloten kachel is veiliger en zuiniger 

Gesloten houtkachels hebben een extra pijp naar buiten om de lucht voor het vuur aan te voeren. Daardoor zijn ze veiliger en hebben ze een hoger rendement dan open kachels. Pelletkachels hebben net als gesloten houtkachels een extra pijp voor de luchtaanvoer. Het voordeel van pelletkachels ten opzichte van gesloten houtkachels is dat het rendement hoger is. Pelletkachels werken automatisch en hebben daardoor een betere verbranding. Uit metingen blijkt dat pelletkachels die aan de normen voldoen, per branduur 70 tot 95 procent schoner zijn dan oudere houtkachels. Maar als je met je pelletkachel veel vaker gaat stoken dan je eerder met je houtkachel of open haard deed, zal de hoeveelheid fijnstof niet (veel) dalen. 

Let op koolmonoxide 

Bij alle kachels moet u opletten dat er geen koolmonoxide (CO) vrijkomt. Koolmonoxide ontstaat als de verbranding niet goed is en is giftig. Signalen dat er koolmonoxide in de lucht zit, zijn: vermoeidheid, hoofdpijn en ademhalingsproblemen (die kunnen leiden tot verstikking). Het is verstandig om een koolmonoxidemelder in huis op te hangen. Deze geeft een alarmsignaal voordat de hoeveelheid koolmonoxide in de lucht gevaarlijk wordt.